Statuten

Zaaknummer 7453BN

STATUTENWIJZIGING

COÖPERATIEVE VERENIGING BUITENPLAATS DE HONGERIGE WOLF B.A.

Heden, dertien juli tweeduizend achttien (13-07-2018), zijn voor mij, mr. Hermen Bernard Louis Nijboer, notaris in de gemeente Hardenberg, verschenen:

1.         de heer

2.         de heer

hierbij handelend als respectievelijk voorzitter en secretaris van de hierna te noemen vereniging en die vereniging hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigend.

bestaande statuten

Bij akte, op zeven en twintig oktober negentienhonderd zeventig (27-10-1970) verleden voor de destijds te Amersfoort gevestigde notaris mr. H.J. Keetell, werd opgericht de vereniging:

Coöperatieve Vereniging Buitenplaats De Hongerige Wolf B.A., statutair gevestigd te Ommen, kantoorhoudende te 1024 VB Amsterdam, Groetstraat 132, welke vereniging is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken onder nummer 05026381.

De statuten zijn sindsdien:

1.         bij akte, op negentien november negentienhonderd negen en zeventig (19-11-1979) verleden voor genoemde notaris Keetell, geheel gewijzigd;

2.         bij akte, op vier oktober negentienhonderd acht en tachtig (04-10-1988) verleden voor genoemde notaris Keetell, geheel gewijzigd;

3.         bij akte, op vier augustus tweeduizend zeventien (04-08-2017) verleden voor genoemde notaris Nijboer, wederom geheel gewijzigd.

Sindsdien zijn de statuten niet meer gewijzigd.

besluit tot statutenwijziging

De algemene ledenvergadering van voornoemde vereniging heeft:

1.         op twaalf mei tweeduizend achttien (12-05-2018) unaniem besloten om de statuten aan te vullen met de hierna te vermelden tekst. Bij die eerste vergadering waren er niet voldoende stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd. Vandaar dat dit besluit niet rechtsgeldig is genomen ex artikel 56 van de huidige statuten.

            In de daaropvolgende tweede vergadering de dato negentien mei tweeduizend achttien (19-05-2018) heeft de algemene ledenvergadering van voornoemde vereniging wederom unaniem besloten tot de onderhavige statutenwijziging. Daarmee is wel rechtsgeldig besloten tot die statutenwijziging.

            Van die besluiten blijkt uit de aan deze akte te hechten stukken;

2.         de comparanten gemachtigd om van de statutenwijziging te doen blijken bij notariële akte.

toevoeging

Artikel 35 lid 3 van de huidige statuten zal worden aangevuld met de volgende zin:

“Voor de verkiezing van een lid van de vereniging tot bestuurslid is een gewone meerderheid van de geldige stemmen vereist. Voor de verkiezing van een niet-lid van de vereniging tot bestuurslid is een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de geldige stemmen vereist.”.

vaststelling nieuwe statuten

De comparanten, handelende als gemeld, verklaarden op grond van het voorstaande dat de statuten daardoor met ingang van heden luiden als volgt:

Hoofdstuk 1

Naam, vestiging en aansprakelijkheid.

Artikel 1

1.         De vereniging draagt de naam “Coöperatieve Vereniging Buitenplaats De Hongerige Wolf B.A.” en is gevestigd te Stegeren, gemeente Ommen.

2.         De aansprakelijkheid van de leden wordt bepaald door artikel 55 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met dien verstande, dat deze aansprakelijkheid wordt beperkt tot vier honderd drie en vijftig euro (€ 453,00) per gebruiksrecht.

3.         De vereniging wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

Hoofdstuk 2

Begripsbepaling.

Artikel 2

In deze statuten wordt verstaan onder:

–           de vereniging: de Coöperatieve vereniging Buitenplaats De Hongerige Wolf B.A.;

–           de kascommissie: de commissie, bedoeld in artikel 48 lid 3 boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek naar de rekening en verantwoording van het bestuur;

–           het lid: het lid van de vereniging;

–           het gebruiksrecht: het recht van het lid op het uitsluitend gebruik van een woning voor recreatiedoeleinden;

–           de woning: de voor recreatiedoeleinden bestemde woning, welke eigendom is van de vereniging en waarop het lid een gebruiksrecht heeft; onder woning wordt mede verstaan de daarbij behorende grond en eventuele daarbij behorende opstallen;

–           het bestuur: het bestuur van de vereniging, bedoeld in artikel 35 van deze statuten;

–           de voorzitter: de voorzitter, bedoeld in artikel 36 van deze statuten;

–          de directeur/vicevoorzitter: de directeur/vicevoorzitter als bedoeld in artikel 36 van deze statuten;

–           de secretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 36 van deze statuten;

–           de beroepsraad: de raad van leden, bedoeld in artikel 49 van deze statuten;

–           de pandgever: de pandgever, bedoeld in artikel 10 van deze statuten;

–           de pandhouder: de pandhouder, bedoeld in artikel 10 van deze statuten.

Hoofdstuk 3

Doel en middelen.

Artikel 3

De vereniging beoogt het behartigen zonder winstoogmerk van de gemeenschappelijke belangen van haar leden, zowel van stoffelijke als van andere aard speciaal op het terrein van de recreatie.

Artikel 4

De vereniging stelt zich voor dit doel te bereiken door:

a.         het beheren van een perceel grond, gelegen te Stegeren, gemeente Ommen, met de daarop gestichte groep recreatiewoningen, dat de naam draagt “Buitenplaats De Hongerige Wolf’;

b.         het beheren van die woningen, waarvan het gebruiksrecht bij de leden berust;

c.         het beheren van door de leden gevormde fondsen voor betaling van onderhoudskosten, zakelijke belastingen, kostenverzekeringen en andere uitgaven die verband houden met hun gebruiksrechten;

d.         andere wettige middelen.

Artikel 5

De geldmiddelen van de vereniging worden verkregen door:

a.         de inleggelden en bijdragen van de leden;

b.         de vergoedingen voor het te voeren beheer;

c.         andere wettige middelen.

Hoofdstuk 4

De leden.

Afdeling 1. Het lidmaatschap.

Artikel 6

1.         Het lidmaatschap geeft aan het lid de rechten en legt het de verplichtingen op zoals in deze statuten omschreven. Met name heeft het lid het uitsluitend gebruiksrecht op de woning(en), waarvan de vereniging ten behoeve van het lid eigenaresse is.

2.         Dit gebruiksrecht kan worden overgedragen overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 en volgende.

3.         Alle economische gevolgen van de eigendom van het gebruiksrecht van de woning zijn voor rekening van het lid.

4.         Alleen natuurlijke personen kunnen lid van de vereniging zijn. Een lid kan middellijk of onmiddellijk gebruiksrechten hebben op ten hoogste twee woningen.

5.         Indien meer personen tezamen één of meer gebruiksrechten hebben, kan ieder van hen lid zijn van de vereniging met dien verstande, dat hun rechten en plichten als lid zich niet verder uitstrekken dan hun aandeel in het lidmaatschap.

Afdeling 2. Toetreding als lid.

Artikel 7

1.         Het verzoek om als lid te worden toegelaten moet schriftelijk aan het bestuur worden gedaan op daarvoor bestemde formulieren.

2.         Om als lid te worden toegelaten moet de aanvrager:

            a.         voldoen aan bij huishoudelijk reglement te stellen eisen van financiële betrouwbaarheid;

            b.         voldoen aan de overige voorwaarden, die naar het oordeel van het bestuur nodig zijn voor de aanvaarding als lid;

            c.         indien voldaan is aan het bepaalde in sub a en b van dit lid, een door het bestuur vast te stellen inleggeld betalen welk bedrag onmiddellijk in eigendom overgaat aan de vereniging; bedoeld inleggeld zal minimaal gelijk zijn aan het bedrag, dat voor het jaar waarin de koop plaats vindt, door de algemene vergadering als jaarlijkse bijdrage is vastgesteld.

Artikel 8

1.         Het bestuur beslist binnen de termijn van één (1) maand met inachtneming van het in artikel 7 bepaalde op het verzoek tot toelating en deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager.

2.         Het bestuur is bevoegd personen zonder opgave van redenen als lid te weigeren. Daarbij wijst het bestuur de aanvrager op de in lid 3 van dit artikel gegeven beroepsmogelijkheid.

3.         Indien het bestuur een aanvrager als lid weigert, kan de aanvrager binnen tien (10) dagen na ontvangst van de in lid 1 van dit artikel bedoelde beslissing bij aangetekend schrijven tegen de beslissing in beroep gaan bij de beroepsraad.

Artikel 9

1.         De installatie van een lid geschiedt bij notariële akte, waarin onder meer zal worden opgenomen de bepaling; dat het aspirant-lid aan zijn verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan; dat het aspirant-lid het recht van uitsluitend gebruiksrecht krijgt van een bepaalde voor recreatiedoeleinden bestemde woning; dat het aspirant-lid zich onderwerpt aan de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging zoals deze nu luiden of in de toekomst zullen luiden en dat het bestuur het aspirant-lid als lid van de vereniging heeft aangenomen.

2.         De kosten van deze akte zijn voor rekening van het aspirant-lid.

Afdeling 3. De kosten en de financiering.

Artikel 10

1.         Het gebruiksrecht is verpandbaar.

2.         Van een dergelijke verpanding dient de pandgever onverwijld mededeling te doen aan het bestuur.

3.         Bij verkoop van het gebruiksrecht op grond van artikel 3:248 van het Burgerlijk Wetboek wordt de koper geacht een onherroepelijke aanvraag tot verkrijging van het lidmaatschap van de vereniging te hebben gedaan. De overdracht van het gebruiksrecht zal onderworpen zal zijn aan het bepaalde in de artikelen 7, 8 en 9 van deze statuten.

Artikel 11

Met toestemming van de ledenvergadering kan de vereniging met een geldgever één of meer kredietovereenkomsten sluiten. Tot zekerheid kan de vereniging daartoe aan de geldgever hypotheek verlenen. Voor de besluitvorming van de in dit artikel bedoelde toestemming is een meerderheid van ten minste vier/vijfde (4/5e) van de geldige stemmen vereist.

Afdeling 4. Rechten en verplichtingen van het lid.

Artikel 12

1.         Het lid heeft het recht op uitsluitend gebruik van de woning, waarop zijn lidmaatschap betrekking heeft. Het dient bij de uitoefening van dit gebruik de statuten, het huishoudelijk reglement en eventueel andere reglementen van de vereniging na te leven.

            Het mag aan de rechten van andere leden geen hinder toebrengen, die in verband met de omstandigheden als onredelijk wordt beschouwd. Het heeft zich verder te gedragen naar de bepalingen van de aankomsttitel (koopakte, akte van erfpacht en dergelijke) van de vereniging.

2.         Indien er gemeenschappelijke gedeelten zijn, zal elk lid hiervan het genot hebben onder inachtneming van het bepaalde in lid 1 van dit artikel.

3.         Ieder lid is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de besluiten van de algemene vergadering of van het bestuur voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden verlangd. Lijdt het lid als gevolg daarvan bijzondere schade, dan wordt deze aan hem vergoed.

4.         Ieder lid is bevoegd binnen zijn woning veranderingen aan te brengen, mits de waarde van de woning, naar het oordeel van het bestuur niet wordt verminderd.

5.         Het lid is verplicht de woning, waarop zijn gebruiksrecht betrekking heeft, als een goed huisvader te bewonen en deze goed te onderhouden.

6.         Het lid is verplicht een evenredig deel in de gemeenschappelijke exploitatielasten aan de vereniging te betalen, waarvoor hij zal bijdragen in de fondsen, bedoeld in de artikel 22, 23 en 24, en in de fondsen, welke mochten worden gevormd krachtens het huishoudelijk reglement.

7.         Tevens is het lid verplicht bij te dragen in de administratiekosten van de vereniging.

Afdeling 5. Vervreemding gebruiksrecht, kooprechten, verhuur.

Artikel 13

1.         Het lid mag, behoudens rechten van derden, het gebruiksrecht overdragen. De verkrijger dient zich als lid van de vereniging op te geven. De artikelen 7 en volgende zijn in dezen van toepassing.

2.         Op het tijdstip van overdracht worden alle schulden, die het lid op grond van zijn lidmaatschap of gebruiksrecht heeft, onmiddellijk opeisbaar.

3.         Bij overdracht van een gebruiksrecht zijn de vervreemder en de verkrijger tegenover de vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de in de fondsen te storten bedragen voor zover deze betrekking hebben op de maand, waarin de akte van overdracht in de door of vanwege de vereniging overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 lid 1 gehouden registers is ingeschreven, alsmede de drie (3) daaraan voorafgaande en de drie (3) daarop volgende maanden.

4.         Van de voorgenomen overdracht dienen het overdragende lid en de verkrijger gezamenlijk schriftelijk kennis te geven aan het bestuur.

5.         De overdracht van het gebruiksrecht kan uitsluitend geschieden bij een notariële akte, opgemaakt overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in het huishoudelijk reglement. De overdracht aan en de installatie van het nieuwe lid worden in één notariële akte samengevat.

6.         De koopsom moet ten kantore van de notaris worden betaald. Hiermee worden de schulden, die het lid op grond van het bepaalde in artikel 23 en volgende heeft, verrekend.  

            Met het restant wordt verrekend hetgeen het lid eventueel nog aan de vereniging of aan derden, voor wie de vereniging als gemachtigde optreedt, verschuldigd is. Het overblijvende wordt aan het lid uitbetaald.

7.         De verplichtingen van het lidmaatschap blijven op het oude lid rusten totdat de in lid 6 van dit artikel bedoelde afrekening heeft plaatsgevonden, onverminderd het bepaalde in lid 3 van dit artikel.

Artikel 14

1.         De overdracht heeft ten opzichte van de vereniging pas rechtskracht nadat de akte van overdracht is ingeschreven in de door of vanwege de vereniging gehouden registers. De verkrijger kan tegenover de vereniging slechts beroep op de verkrijging doen als hij bij de vereniging als lid is ingeschreven.

2.         Voor de overschrijving van het lidmaatschap kunnen door de vereniging kosten in rekening worden gebracht. Deze kosten worden berekend naar door het bestuur vast te stellen tarieven.

3.         Van de overdracht wordt aantekening gehouden in het ledenregister en op het officiële afschrift van de akte van installatie.

4.         De gelden, die voor het overgedragen gebruiksrecht in de in de artikelen 22, 23 en 24 bedoelde fondsen aanwezig zijn, worden bij overdracht van het gebruiksrecht overgeschreven op naam van de verkrijger.

Artikel 15

1.         Het lid is bevoegd de woning waarop zijn gebruiksrecht betrekking heeft aan derden te verhuren of anderszins in gebruik af te staan onder nader in het huishoudelijk reglement te stellen regels.

2.         a.         Geschiedt de verhuur of het anderszins in gebruik afstaan voor een langere periode dan zes (6) achtereenvolgende weken aan dezelfde persoon/personen, dan is hiervoor toestemming van het bestuur vereist en is het bepaalde in sub b, c en d van dit lid van toepassing.

            b.         Degene(n), die het gebruik verkrijgt/verkrijgen, moet(en) voldoen aan de voor de leden gestelde eisen, bedoeld in artikel 7 lid 2 sub a en b.

            c.         De huur aangaan of het anderszins in gebruik afstaan mag alleen geschieden volgens een door de vereniging vast te stellen model huurcontract.

            d.         De gebruiker dient een verklaring aan het bestuur te overleggen, dat hem de bepalingen van deze statuten, een eventueel huishoudelijk reglement en eventuele andere reglementen bekend zijn. Hij zal zich volgens deze verklaring moeten verplichten deze bepalingen voor zover zij op het gebruik van de woning betrekking hebben na te komen, ook indien deze bepalingen tot stand zijn gekomen of gewijzigd na de dagtekening van bedoelde verklaring, tenzij dit te goeder trouw van hem niet kan worden gevorderd. Het bestuur zal de gebruiker van iedere verandering en aanvulling, welke voor hem van belang zijn, in kennis stellen.

Artikel 16

1.         Verhuur of anderszins in gebruik afstaan van de woning, bedoeld in artikel 15 lid 1, zal geschieden bij een door het bestuur opgestelde of goedgekeurde modelovereenkomst. Daarin wordt de bepaling opgenomen, dat de  huurder/gebruiker verplicht is zich te houden aan de door het bestuur op te maken voorschriften betreffende het gebruik en de bewoning en de verder door of vanwege het bestuur gegeven aanwijzingen.

2.         Onderverhuur is niet toegestaan.

Afdeling 6. Einde lidmaatschap.

Artikel 17

Het lidmaatschap eindigt:

a.         indien het lid geen gebruiksrecht meer heeft op de woning, welke de vereniging voor het lid in eigendom heeft;

b.         door opzegging;

c.         bij overlijden van het lid. Beëindiging geschiedt dan op de wijze, als bedoeld in artikel 20;

d.         bij ontbinding van de vereniging;

e.         bij ontzetting uit het gebruiksrecht, als bedoeld in artikel 19.

Artikel 18

1.         Het lid kan door middel van een aan het bestuur gericht schrijven, met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie (3) maanden, zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Tenzij het lid alsdan gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot overdracht van het gebruiksrecht, als bedoeld in artikel 12, vervalt het gebruiksrecht om niet aan de vereniging.

2.         Het bestuur zal dan het gebruiksrecht ter verkoop aanbieden, behalve in geval van verkoop van het gebruiksrecht door een pandhouder op grond van artikel 3:248 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 13 is in dit geval van overeenkomstige toepassing.

3.         Bij opzegging van het lidmaatschap dient het lid de woning uiterlijk op de datum, waarop de opzegging ingaat, ontruimd ter beschikking van de vereniging te stellen en de sleutel aan het bestuur te geven. Eén maand vóór de datum, waarop de opzegging ingaat, dient hij de woning ter bezichtiging open te stellen voor personen, die hiertoe door het bestuur zijn gemachtigd.

4.         Bij opzegging, al dan niet met verval van het gebruiksrecht aan de vereniging, blijven de financiële verplichtingen van het opzeggende lid onverkort bestaan.

5.         Gedurende de in lid 1 genoemde periode van drie (3) maanden heeft het lid de mogelijkheid om de opzegging zonder opgaaf van redenen te herroepen.

Artikel 19

1.         Het lid kan door het bestuur uit een gebruiksrecht worden ontzet indien:

            a.         onbehoorlijk gebruik wordt gemaakt van de desbetreffende woning en/of meer bewoners van de overige woningen ernstig overlast wordt aangedaan;

            b.         het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet of niet behoorlijk nakomt of anderszins in strijd handelt met het bepaalde in deze statuten of in andere stukken, waaraan het lid volgens deze statuten gebonden is;

            c.         het lid aan de vereniging opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt omtrent zichzelf, het gebruik van de woning of zijn vermogenstoestand, welke gegevens van belang waren voor de toelating als lid;

            d.         het lid de medewerking, bedoeld in lid 9 van dit artikel, weigert of niet verleent.

            De ontzetting uit het enig gebruiksrecht of uit alle gebruiksrechten van het lid houdt tevens de ontzetting uit het lidmaatschap in.

2.         Van het besluit tot ontzetting wordt per aangetekend schrijven mededeling aan het lid gedaan. Daarbij wijst het bestuur het lid op de in lid 5 van dit artikel gegeven beroepsmogelijkheid.

3.         Vóór in de lid 1 genoemde gevallen tot ontzetting over te gaan, zal het bestuur het lid de schriftelijke waarschuwing geven, dat, indien andermaal binnen een door het bestuur vast te stellen termijn één van de in lid 1 van dit artikel bedoelde handelingen of verzuimen wordt gepleegd of voortgezet, het bestuur over kan gaan tot ontzetting.

4.         In, naar het oordeel van het bestuur, minder ernstige gevallen kan door het bestuur aan het lid een boete worden opgelegd van ten hoogste één procent van de alsdan geldige waarde volgens de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde) van de woning waarop het gebruiksrecht van het lid betrekking heeft, per geconstateerde overtreding.

5.         Tegen het besluit tot ontzetting of tegen de oplegging van een boete staat binnen één (1) maand na ontvangst van de in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling beroep open bij de beroepsraad.

6.         De ontzetting gaat in:

            a.         voor degene, die niet in beroep is gegaan, veertien (14) dagen nadat de beroepstermijn is verstreken;

            b.         voor degene, die in beroep is gegaan, veertien (14) dagen nadat de beroepsraad het besluit tot ontzetting heeft bekrachtigd;

            c.         in het geval als bedoeld in lid 1 sub d, op een door het bestuur in het in lid 1 bedoeld aangetekend schrijven te vermelden tijdstip, doch uiterlijk vier weken na dagtekening van dit schrijven,

7.         Bij ontzetting, als hierboven bedoeld, vervalt het gebruiksrecht om niet aan de vereniging en is het bepaalde in artikel 18 leden 2, 3 en 4 van overeenkomstige toepassing.

8.         De executoriale verkoop door de pandhouder op grond van artikel 3:248 van het Burgerlijk Wetboek houdt ontzetting uit het lidmaatschap in. Deze ontzetting gaat in op de datum, waarop de akte van overdracht voor de notaris wordt verleden.

9.         Worden de in lid 1 sub a en/of b genoemde handelingen door een huurder/gebruiker, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a gepleegd, dan kan het bestuur eisen dat het lid de huurder/gebruiker het gebruik van de woning opzegt en zijn medewerking verleent de huurder/gebruiker binnen de kortst mogelijke termijn de woning te doen ontruimen.

10.       Bij ontzetting uit het lidmaatschap, blijven de financiële verplichtingen van het gewezen lid onverkort bestaan; deze vorderingen van de vereniging zijn alsdan direct opeisbaar.

Artikel 20

1.         Bij overlijden van het lid gaat het gebruiksrecht over op zijn erfgenamen. Deze erfgenamen dienen daarvan met bekwame spoed mededeling te doen aan het bestuur, via het overleggen van een notariële verklaring van erfrecht waaruit deze overgang blijkt.

2.         Wensen de erfgenamen geen lid te worden van de vereniging, dan wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 ten aanzien van de opzegging van het lidmaatschap.

3.         Indien binnen twee (2) jaar na het openvallen van de nalatenschap niemand aanspraak op de nalatenschap maakt of indien de bekende erfgenamen de nalatenschap hebben verworpen, vervalt het gebruiksrecht om niet aan de vereniging. De vereniging zal het gebruiksrecht aan derden overdragen, onder verplichting voor de vereniging om de schulden onder pandrecht als bedoeld in artikel 10 en eventueel andere schulden van het lid – voor zover deze het lidmaatschap betreffen of de woning waarop het lidmaatschap betrekking heeft – te voldoen. De vereniging zal een eventueel tekort echter niet voldoen.

            Artikel 18 lid 2 en volgende zijn van overeenkomstige toepassing.

4.         Waar in dit artikel wordt gesproken over erfgenamen wordt daaronder mede begrepen rechtverkrijgenden .

5.         Verkrijging van het gebruiksrecht bij akte van scheiding en deling door een erfgenaam of legataris wordt geacht een verzoek om als lid te worden toegelaten tot de vereniging in te houden. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van toepassing.

Artikel 21 

De vereniging zal bij beëindiging van het lidmaatschap door opzegging, ontzetting of overlijden van het lid en overdracht om niet aan de vereniging, de woning waarop het gebruiksrecht betrekking heeft, zelf in goede staat (moeten) brengen.

Hoofdstuk 5. De exploitatie en het onderhoud.

Artikel 22

1.         Het onderhoud van de woningen geschiedt door de leden onder controle van het bestuur. Hetzelfde geldt voor het onderhoud van de gronden direct rondom de woningen, tenzij die gronden kennelijk behoren tot de gemeenschappelijke gronden, welke door de zorg van het bestuur wordt onderhouden.

2.         Door de vereniging wordt een onderhoudsfonds gevormd. Onder het onderhoud wordt mede verstaan het onderhoud van gemeenschappelijke gedeelten of tot gemeenschappelijk gebruik bestemde zaken.

3.         De grootte van de bijdragen, welke in het onderhoudsfonds dienen te worden gestort, wordt vastgesteld op de wijze als is bepaald in artikel 25.

4.         Indien, naar het oordeel van het bestuur, een lid het onderhoud van de woning waarop zijn gebruiksrecht betrekking heeft niet goed verzorgt, heeft het bestuur het recht op kosten van het lid voor dit onderhoud zorg te dragen. Het bestuur stelt het lid schriftelijk in kennis van zijn besluit tot het uitoefenen van dit recht. Daarbij wijst het bestuur het lid op de in lid 5 gegeven beroepsmogelijkheid.

5.         Binnen één maand na ontvangst van de in lid 4 bedoelde kennisgeving kan het lid bij aangetekend schrijven tegen de beslissing in beroep gaan bij de beroepsraad.

6.         Betreffende het onderhoud van de woning en de aanleg en het onderhoud van de gronden direct rondom de woningen kunnen nadere regelen worden vastgesteld in een huishoudelijk reglement.

Artikel 23

1.         De exploitatie van de woningen geschiedt door de leden. Voor de betaling van de periodieke lasten wordt een exploitatiefonds gevormd.

2.         Dit fonds wordt gevormd door bijdragen van de leden. De grootte van de bijdragen alsmede de data, waarop de bijdragen moeten worden voldaan, worden elk jaar door het bestuur vastgesteld.

3.         Uit dit fonds worden de lasten voldaan, welke regelmatig ten laste van de vereniging komen en verband houden met de vereniging en de exploitatie van de woningen, zoals grond- en andere zakelijke belastingen, verzekeringspremies, administratiekosten, de kosten van de Kamer van Koophandel en dergelijke.

4.         De in het exploitatiefonds gestorte gelden worden door het bestuur voor elke woning afzonderlijk geadministreerd.

5.         Ten laste van het exploitatiefonds worden tevens de bijdragen geboekt, die de leden aan de vereniging voor het door haar gevoerde beheer verschuldigd zijn.

Artikel 24

1.         In het onderhoudsfonds, bedoeld in artikel 22 lid 2, wordt een reserve gevormd uit:

            a.         de periodieke bijdragen van de leden;

            b.         buitengewone inkomsten van de vereniging.

2.         De hoogte van het te reserveren bedrag wordt jaarlijks op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering vastgesteld.

3.         Ten laste van de in lid 1 van dit artikel genoemde reserve worden gebracht:

            a.         buitengewone uitgaven van de vereniging, zulks naar het oordeel van de algemene vergadering;

            b.         eventueel tekorten in de fondsen;

            c.         kosten van reparatie, restauratie- en/of herstelwerkzaamheden aan eigendommen van de vereniging.

Artikel 25

1.         Elk jaar zal door het bestuur een begroting worden opgemaakt van de bedragen, die in het onderhoudsfonds moeten worden gestort. Om tot vaststelling van deze bedragen te komen maakt het bestuur een begroting op en legt deze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Indien de algemene vergadering van mening is, dat de vastgestelde bedragen onvoldoende zijn voor een behoorlijk onderhoud, kan de algemene vergadering de vastgestelde bedragen verhogen.

2.         De bedragen, welke jaarlijks in het exploitatiefonds moeten worden gestort, worden vastgesteld door het bestuur. Hierbij wordt uitgegaan van de verwachte lasten, bedoeld in artikel 23 lid 3. Het bestuur legt deze vaststelling elk jaar vóór één juli ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Indien de algemene vergadering van mening is, dat de vastgestelde bedragen onvoldoende zijn om de exploitatiekosten te dekken, kan de algemene vergadering deze vastgestelde bedragen verhogen.

3.         Na afloop van elk boekjaar wordt door het bestuur een jaarverslag over het afgelopen boekjaar opgemaakt, waarin onder meer een verantwoording over het beheer van de fondsen is opgenomen. Mocht een overschot of een tekort in één van de fondsen bestaan,  dan wordt dit overgeboekt naar de rekening van het volgend boekjaar en wordt hiermee bij de vaststelling van de volgende begroting rekening gehouden.

4.         Indien een lid, na door het bestuur te zijn aangemaand, niet binnen acht dagen het door hem verschuldigde aan de vereniging heeft voldaan, wordt hem over het verschuldigde vanaf de vervaldatum een rente in rekening gebracht gelijk aan de wettelijke rente voor handelstransacties, terwijl eventuele invorderingskosten eveneens voor zijn rekening zijn.

5.         Er kunnen geen bedragen uit de fondsen aan de leden worden terugbetaald.

Hoofdstuk 6

Organen van de vereniging.

Afdeling 1. Algemeen.

Artikel 26

De organen van de vereniging zijn:

a.         de algemene vergadering;

b.         het bestuur;

c.         de beroepsraad.

Afdeling 2. De algemene vergadering.

Artikel 27

Alle leden hebben toegang tot de algemene vergadering en hebben daarin stemrecht.

Leden tegen wie een ontzettingsprocedure in gang is gezet, hebben wel toegang tot de algemene vergadering. Zij hebben daarin geen stemrecht.

Artikel 28

Voor elk gebruiksrecht kan één stem worden uitgebracht.

Artikel 29

1.         De vergaderingen worden opgeroepen door de voorzitter, zijn vervanger of in zeer dringende gevallen door de beroepsraad.

2.         De leden worden ten minste tien (10) dagen vóór het houden van de algemene vergadering, de dag van oproeping en die van de vergadering niet meegeteld, hiervan schriftelijk (waaronder een per electronische weg leesbaar en reproduceerbaar stuk begrepen) in kennis gesteld op straffe van nietigheid van de in de algemene vergadering genomen besluiten. In deze schriftelijke kennisgeving dient een opsomming van de agendapunten voor te komen.

Artikel 30

1.         De algemene vergadering wordt ten minste één maal per jaar gehouden en wel vóór de eerste juli. In deze vergadering worden onder meer de balans, de eventuele resultatenrekening en de fondsenrekeningen van het afgelopen boekjaar, alsmede voor zover dit niet de taak is van het bestuur de begrotingen van het daarop volgend boekjaar vastgesteld en voorzien in de vacatures in het bestuur.

2.         De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter, zijn vervanger of anders door het oudste aanwezige bestuurslid.

            Zijn geen bestuursleden aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

Artikel 31

De secretaris of zijn vervanger notuleert het in de algemene vergadering behandelde. Deze notulen worden in de daarop volgende vergadering vastgesteld, tenzij de voorzitter of zijn vervanger door de algemene vergadering gemachtigd wordt deze notulen geheel of gedeeltelijk vast te stellen. De notulen moeten worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris of hun vervangers.

Artikel 32

1.         In de algemene vergadering beslist de meerderheid van geldige stemmen, behoudens in de gevallen waarin de wet of deze statuten een andere meerderheid voorschrijven.

2.         Over voorstellen, die niet op de agenda zijn vermeld, kan niet worden beslist.

3.         Wanneer over personen wordt gestemd zal dit geschieden met gesloten briefjes; bij zaken zal mondeling of bij handopsteken worden gestemd.

4.         Een lid kan zich door een schriftelijk gevolmachtigde laten vertegenwoordigen. Een gevolmachtigde kan niet meer dan drie (3) leden vertegenwoordigen,

5.         Bestuursleden en personen die in dienstverhouding staan tot de vereniging, kunnen niet als gevolmachtigde voor een lid optreden.

6.         Indien het gebruiksrecht toevalt aan meer personen hebben deze personen tezamen één stem. Zij zullen hun rechten ter vergadering uitoefenen door middel van één van hen of van een derde, daartoe schriftelijk aangewezen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 5.

Artikel 33

1.         Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden niet meegeteld en als van onwaarde beschouwd, maar tellen wel mee voor het bepalen van het quorum.

2.         Wanneer de stemmen over een voorstel staken, dient een tweede stemming in diezelfde vergadering te worden gehouden. Wanneer de stemmen dan weer staken wordt het voorstel als verworpen beschouwd. Betreft het echter een verkiezing, dan beslist het lot.

Artikel 34

Op schriftelijk verzoek van ten minste een/tiende (1/10e) deel van de stemgerechtigde leden is de voorzitter verplicht een algemene vergadering bijeen te roepen. Indien de voorzitter aan dit verzoek niet voldoet binnen veertien (14) dagen na indiening van het verzoek of de vergadering niet binnen vier (4) weken na indiening van het verzoek wordt gehouden, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping van de algemene vergadering overgaan.

Afdeling 3. Het bestuur.

Artikel 35

1.         Het bestuur van de vereniging bestaat uit een oneven aantal doch ten minste drie (3) personen.

2.         Het bestuur wordt gekozen door de algemene vergadering.

3.         Zowel leden als niet-leden van de vereniging kunnen in het bestuur worden gekozen, waarbij echter de meerderheid van de bestuursleden lid moet zijn van de vereniging.

            Voor de verkiezing van een lid van de vereniging tot bestuurslid is een gewone meerderheid van de geldige stemmen vereist. Voor de verkiezing van een niet-lid van de vereniging tot bestuurslid is een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4e) van de geldige stemmen vereist.

Artikel 36

1.         Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, directeur/vicevoorzitter, secretaris, penningmeester, en hun vervangers. Functies binnen het bestuur zijn verenigbaar waarbij in één persoon nimmer meer dan twee functies kunnen worden verenigd.

2.         Bij vacatures in het bestuur zal het bestuur voor elke vacature een kandidaat stellen.

3.         Tot uiterlijk vijf (5) dagen vóór het houden van de algemene vergadering kunnen de leden bij het bestuur tegenkandidaten opgeven, mits deze tegenkandidaten door ten minste vijf (5) leden worden gesteund, hetgeen uit een schriftelijke opgave moet blijken.

4.         Elk jaar treedt één bestuurslid af volgens een door het bestuur op te maken rooster.

Artikel 37

Indien het aantal bestuursleden beneden het in artikel 35  lid 1 vermelde minimum is gedaald, blijft het bestuur niettemin bevoegd. Het bestuur is verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de vacature(s) aan de orde komt.

Artikel 38

De leden van het bestuur kunnen door de algemene vergadering worden geschorst wegens het niet behoorlijk vervullen van hun taak of wegens ongeschiktheid. Binnen zes (6) weken na de schorsing zal een algemene vergadering worden gehouden waarbij het geschorste bestuurslid, al dan niet bijgestaan door een raadsman van zijn keuze, zich kan verantwoorden. De vergadering zal, na de beraadslagingen te hebben gehoord, de schorsing opheffen dan wel aan het betrokken bestuurslid ontslag geven. Tijdens de schorsing mag het betrokken bestuurslid zijn functie(s) niet meer vervullen.

De algemene vergadering kan gedurende de schorsing een plaatsvervanger aanstellen.

Artikel 39

De algemene vergadering heeft te allen tijde het recht aan de leden van het bestuur ontslag te geven.

Artikel 40

Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging en met name met alle handelingen nodig voor een behoorlijk beheer van de fondsen en eventuele voor gemeenschappelijk gebruik bestemde zaken, waaronder begrepen de zorg voor onderhoud, verzekering, financiering en dergelijke.

Artikel 41

Aan het hoofd van de administratie van de vereniging staat het bestuur.

Artikel 42

De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter (of de directeur/vicevoorzitter als zijn vervanger) gezamenlijk met een ander bestuurslid.

Artikel 43

1.         Het bestuur is, met voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd tot:

            a.         het krachtens bijzondere titel verkrijgen van onroerende goederen en zakelijke rechten; de toestemming is niet nodig als de verkrijging het gevolg is het bepaalde in artikel 18, artikel 19 lid 7 of artikel 20 lid 2 of lid 3;

            b.         het vervreemden en/of bezwaren van onroerende goederen van de vereniging en het vestigen van zakelijke rechten daarop;

            c.         het aangaan van kredietovereenkomsten en het opnemen van gelden bij derden; de toestemming is niet vereist, wanneer de gelden worden opgenomen op grond van een gesloten kredietovereenkomst als bedoeld in artikel 11;

            d.         het anders dan voor rekening van een lid (doen) afbreken of verbouwen van de bestaande woning(en);

            e.         uitgaven, hoger dan een bedrag liggende tien procent (10 %) boven de begroting, als bedoeld in artikel 25, voor het exploitatiefonds, behalve wanneer deze uitgaven worden gedaan ter aflossing van een schuld bij de pandhouder bedoeld in artikel 10 of bij de gemeente of ter voldoening van andere periodieke betalingen en lasten, zoals belastingen en dergelijke;

            f.          het aanstellen, ontslaan en het vaststellen van de bezoldiging van personeel;

            g.         het opmaken van reglementen, bedoeld in artikel 55;

            h.         extra afschrijving en herwaardering van de gebruiksrechten;

            i.          het vaststellen van tarieven, waartegen de vereniging haar diensten verleent.

2.         De algemene vergadering kan aan haar toestemming bepaalde voorwaarden verbinden. De al of niet voorwaardelijke toestemming kan blijken uit een extract notulen van de betreffende vergadering.

Artikel 44

1.         Het bestuur komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. Van het verhandelde in deze bijeenkomsten worden notulen gehouden.

2.         Het bestuur neemt zijn besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen is het voorstel verworpen tenzij, naar het oordeel van de voorzitter, de zaak een zodanig belang heeft dat zij aan de algemene vergadering moet worden voorgelegd, die alsdan een beslissing neemt.

3.         Met een besluit van het bestuur staat gelijk een door alle bestuursleden ondertekende verklaring.

Artikel 45

1.         De vereniging is verplicht boek te houden van de vermogenstoestand en -veranderingen van de vereniging

2.         Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 46

Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 29 en 30 zal het bestuur vóór één juli van elk jaar de algemene vergadering bijeenroepen. In deze vergadering zal het bestuur verslag uitbrengen over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar.

Artikel 47

De werkwijze van het bestuur en de taken van de verschillende bestuursleden worden nader geregeld in het huishoudelijk reglement.

Artikel 48

1.         Het bestuur maakt bij de aanvang van ieder boekjaar een lijst op van de leden, waarop tevens ieders woonplaats is vermeld. Door of vanwege het bestuur wordt nauwkeurig boek gehouden van de toe- en uittreding van de leden in een daarvoor bestemd register. In dit register wordt betreffende elk lid ten minste vermeld:

            a.         het nummer van het bewijs van lidmaatschap;

            b.         de woning(en), waarop het lid rechten kan doen gelden;

            c.         de datum van toetreding, uittreding of ontzetting;

            d.         de naam van het lid, diens geboortedatum, woonplaats en beroep;

            e.         ingeval van overgang, de datum en de titel van overgang;

            f.          eventuele rechten van derden.

            Na overgang van een gebruiksrecht wordt het nieuwe lid in het register ingeschreven.

2.         Behoudens tegenbewijs zijn de leden en gewezen leden gehouden aan de data en andere gegevens, vermeld in het register.

3.         Het register dient door of vanwege het bestuur brandvrij te worden bewaard.

4.         Het bestuur is verplicht aan ieder van de leden inzage van het register toe te staan. Het verkrijgen van uittreksels uit het register wordt bij huishoudelijk reglement geregeld. Het bestuur is bevoegd voor één en ander bij huishoudelijk reglement een leges-regeling vast te stellen en te wijzigen.

Afdeling 4. De beroepsraad.

Artikel 49

1.         a.         De leden van de beroepsraad worden krachtens nader in het huishoudelijk reglement te stellen regels door de algemene vergadering aangewezen;

            b.         de beroepsraad wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan;

            c.         artikel 39 is ten aanzien van de beroepsraad van overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat het besluit tot ontslag wordt genomen met ten minste drie/vierde (3/4e) van de geldige stemmen.

2.         De beroepsraad treedt op in de gevallen genoemd in de statuten en het huishoudelijk reglement. De algemene vergadering kan de beroepsraad verzoeken haar te adviseren. Indien de beroepsraad of de algemene vergadering het nodig oordeelt kan de beroepsraad zich doen bijstaan door specifieke deskundigen die geen lid van de vereniging zijn. Deze deskundigen hebben geen stemrecht.

3.         Een beroepschrift dient te worden gericht aan de secretaris van de beroepsraad. Deze is verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering van de beroepsraad uit te schrijven. Zowel het bestuur als de indiener van het beroepschrift ontvangen een uitnodiging voor de vergadering en hebben, al dan niet bijgestaan door een raadsman van hun keuze , het recht daarin hun standpunt mondeling uiteen te zetten.

4.         De beroepsraad deelt zijn beslissing, welke bindend is, binnen twee (2) maanden na het indienen van het beroepschrift schriftelijk mee aan de betrokkenen.

Afdeling 5. De vergoedingen.

Artikel 50

De bestuursleden en de leden van de beroepsraad genieten vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Hoofdstuk 7

Rekening en verantwoording.

Artikel 51

Het bestuur is onder overlegging van de nodige bescheiden over zijn beleid aan de algemene vergadering verantwoording schuldig en brengt hierover elk jaar vóór de eerste april verslag uit aan de kascommissie en vóór de eerste juli aan de algemene vergadering.

Artikel 52

Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven en toegang te verlenen tot de eigendommen van de vereniging.

Artikel 53

De kascommissie brengt aan de hand van het deskundigen-onderzoek en/of eigen bevindingen verslag uit aan de algemene vergadering en doet aan de algemene vergadering een voorstel tot het al of niet goedkeuren van de rekening en verantwoording. De verslagen van het bestuur en van de kascommissie liggen gedurende ten minste tien (10) dagen vóór de dag, waarop de algemene vergadering zal worden gehouden, voor de leden ter inzage op het kantoor van de vereniging of op een andere voor de leden toegankelijke plaats.

Artikel 54

Wanneer de algemene vergadering de rekening en verantwoording van het bestuur heeft goedgekeurd, zijn door deze goedkeuring het bestuur en de kascommissie gedechargeerd.

Hoofdstuk 8

Het huishoudelijk reglement.

Artikel 55

Het bestuur kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen vaststellen. Bepalingen in het huishoudelijk reglement of andere reglementen in strijd met de wet of de statuten zijn nietig.

Hoofdstuk 9

Statutenwijziging.

Artikel 56

1.         De algemene vergadering kan tot statutenwijziging overgaan, indien:

            a.         bij de oproeping tot de algemene vergadering is medegedeeld, dat wijziging van de statuten wordt voorgesteld;

            b.         in de oproepingsbrief de voorgestelde tekst van de wijziging is vermeld en deze voorgestelde tekst ten minste vijf (5) dagen vóór het houden van de algemene vergadering op het kantoor van de vereniging of op een andere voor elk lid toegankelijke plaats ter inzage ligt;

            c.         ten minste drie/vierde (3/4e) deel  van de stemgerechtigde leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is ;

            d.         het voorstel met ten minste twee/derde (2/3e) deel van de geldige stemmen wordt aangenomen.

2.         Indien minder dan drie/vierde (3/4e) deel van de stemgerechtigde leden op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, zal een tweede vergadering worden uitgeschreven te houden binnen twintig (20) dagen na de eerste, in welke vergadering, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden, omtrent de statutenwijziging kan worden besloten met de in lid 1 sub d genoemde gekwalificeerde meerderheid.

Artikel 57

1.         Bij wijzigingen van de statuten, waardoor de verplichtingen van de bestaande leden verzwaard worden, is een  meerderheid van ten minste vier/vijfde (4/5e) van de geldige stemmen vereist.

2.         De leden kunnen niet door opzegging de toepasselijkheid in hun opzicht ontgaan van wijzigingen in de statuten; ook niet indien deze wijzigingen het gevolg hebben dat de aansprakelijkheid van de leden voor de verbintenissen van de vereniging verhoogd of hun verplichtingen tegenover de vereniging verzwaard worden.

3.         Wijzigingen van de statuten, waardoor verkregen rechten van derden worden aangetast, gelden niet tegenover deze derden.

Hoofdstuk 10

Ontbinding.

Artikel 58

De algemene vergadering kan tot ontbinding van de vereniging besluiten, welk besluit slechts geldig is wanneer:

a.         ten minste drie/vierde (3/4e) deel van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is;

b.         het besluit wordt genomen met een meerderheid van ten minste vier/vijfde (4/5e) deel van de geldige stemmen;

c.         het voorstel tot ontbinding in de oproepingsbrief tot de algemene vergadering staat vermeld.

Van het verhandelde omtrent de ontbinding zal een notarieel proces-verbaal worden opgemaakt. Het tweede lid van artikel 56 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 59

Indien tot ontbinding wordt besloten is het bestuur met de liquidatie van de vereniging belast.

slot

De comparanten zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld.

WAARVAN AKTE verleden te Hardenbergop de datum in het hoofd van deze akte gemeld.

Partijen hebben verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte van de inhoud daarvan te hebben kennisgenomen.

Na zakelijke opgave van – en toelichting op – de inhoud van deze akte hebben de comparanten verklaard op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte na beperkte voorlezing door de comparanten en mij, notaris, ondertekend.